Hoe kan je delen met rest?
Hoe kan je delen met rest?
Kijk hoeveel ieder in elk geval krijgt. Waar deel je door? Denk aan de tafel van vermenigvuldiging. Bepaal wat er overblijft. Dit is de rest . Noteer het antwoord.
Wat is deel met rest?
Ieder krijgt in elk geval 4 aardbeien. Dat betekent dat 8 aardbeien al zijn gedeeld door 2 (zie stap 1). Er zijn in totaal 9 aardbeien, dus blijft er nog 1 aardbei over. Deze ene aardbei kan niet door 2 worden gedeeld, dus blijft deze over als rest.
Wat is rest met rekenen?
De rest is het gedeelte van een geheel getal dat bij geheeltallige deling door een tweede geheel getal overblijft. Het resultaat van de deling van twee gehele getallen is gewoonlijk niet uit te drukken in een geheel getal, maar alleen als breuk.
Hoe kun je het beste delen?
Schrijf de deelsom op tussen schuine strepen. Begin aan de linkerkant. Vraag jezelf bij ieder getal af hoevaak de deler daar in past. Maak gebruik van een hulprijtje als je dit handig vindt. Kies altijd het grootst mogelijke getal, anders klopt je antwoord niet. Deel net zolang, tot je niets (0) meer hebt.
Hoe werkt gedeeld door?
Je kunt alle getallen door elkaar delen. In sommige gevallen is de uitkomst een geheel getal, en in andere gevallen zul je een rest of breuk overhouden. De uitkomst van 14 / 7 is 2 (een geheel getal), maar als je 17 deelt door 7 houdt je een breuk over, namelijk 17 / 7 = 2 3/7.
Wat is een Restsom?
De zogenoemde ‘restsommen’. Bij restsommen is er verschil in het kale antwoord (bijvoorbeeld 7 rest 1) en het antwoord in de context (bijvoorbeeld 8 boten). Het kunnen delen met rest en daarbij het antwoord kunnen plaatsen in de context is een cruciaal leermoment.
Wat is deelbaar door 4?
Een getal is deelbaar door 4 als de laatste 2 cijfers deelbaar zijn door 4. Een getal is deelbaar door 5 als het laatste cijfer 5 of 0 is.
Hoe deel je door 5?
15 : 5 = 3, want 3 x 5 = 15. Ieder krijgt dus in elk geval 3 appels. Ieder krijgt in elk geval 3 appels. Dat betekent dat 15 appels al gedeeld zijn door 5 (zie stap 1).
Waardoor kan je 49 delen?
25 : 6 = 4, met een rest van 1; want 4 x 6 = 24 en 25 − 24 = 1. 27 : 5 = 5, met een rest van 2. 85 : 9 = 9, met een rest van 4.
Hoe maak je Deelsommen makkelijk?
Als je bijvoorbeeld met 12 mensen bent en in een auto passen 5 mensen kun je 12 delen door 5. 12 : 5 = 2 rest 2. Je hebt dus 2 volle auto’s en dan zijn er nog 2 mensen over. Je kunt het antwoord ook opschrijven met een kommagetal of met een breuk.