Hoe kom je achter een Naamwoordelijk gezegde?

Hoe kom je achter een Naamwoordelijk gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bestaat altijd uit een koppelwerkwoord. De koppelwerkwoorden zijn; zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde (nwg).

Hoe vind je een NWG in een zin?

Is de persoonsvorm één van de koppelwerkwoorden? (let op bij zijn en worden!) Zo ja, zoek dan het naamwoordelijk deel dat het koppelwerkwoord koppelt aan het onderwerp. Het koppelwerkwoord en het naamwoordelijk deel vormen samen het naamwoordelijk gezegde.

Hoe weet je of het een Naamwoordelijk of Werkwoordelijk gezegde is?

Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets is. Zo bevat ‘De wind is koud’ een naamwoordelijk gezegde: er wordt uitgedrukt dat de wind iets ís, namelijk: koud. (In ‘De wind draait naar het oosten’ is draait het werkwoordelijk gezegde.

Wat is het Naamwoordelijk deel in een zin?

Het naamwoordelijk deel van het gezegde of ook: het predicaat, is een uitdrukking die via een koppelwerkwoord gelijkgesteld of vergeleken wordt met het onderwerp. Het naamwoordelijk deel bestaat, zoals de naam al zegt, vaak uit een naamwoord al of niet met toebehorende lidwoorden en verdere bepalingen.

Wat is het verschil tussen een WG en een NG?

In een zin staat een werkwoordelijk gezegde (wg) of een naamwoordelijk gezegde (ng). Een naamwoordelijk gezegde bestaat niet alleen uit werkwoordsvormen. In het naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord.

Wat is het Naamwoordelijk gezegde Juf Melis?

Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het koppelwerkwoord het onderwerp aan het naamwoordelijk deel. Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of eigenschap van het onderwerp, meestal is het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord.

Wat is het Naamwoordelijk gezegde Junior Einstein?

Het naamwoordelijk gezegde is één of meerdere werkwoord(en) dat wordt aangevuld met naamwoorden. Een naamwoordelijk gezegde komt alleen voor als er een koppelwerkwoord in de zin staat.

Hoe bepaal je het gezegde?

Zoek eerst de persoonsvorm. Kijk dan of er nog meer werkwoorden in de zin staan. Deze werkwoorden bij elkaar vormen het gezegde .

Kan een MV in een NWG?

Er staat altijd maar maximaal één meewerkend voorwerp (mv) in een zin. Het meewerkend voorwerp (mv) kun je vinden door de volgende vraag te stellen: mv: aan/voor wie + wwg + ow + (lv)? Let op: Het voorzetsel ‘aan’ of ‘voor’ kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd bij het meewerkend voorwerp.

Wat is het Werkwoordelijk gezegde in een zin?

Een werkwoordelijk gezegde vertelt wat er gebeurt, wat er gedaan wordt: de handeling, een werking. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die bij elkaar horen. De persoonsvorm is dus ook een onderdeel van het gezegde.