Hoe moet je een breuk vereenvoudigen?
Hoe moet je een breuk vereenvoudigen?
Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen. Dit betekent dat je de getallen boven en onder de deelstreep verandert in zo klein mogelijke hele getallen. Hoe versimpel je zo’n breuk dan precies? Je deelt de teller en de noemer steeds door hetzelfde getal.
Wat is een Onvereenvoudigbare breuk?
Bij een breuk kijken we steeds of we teller en noemer kunnen delen door hetzelfde getal. Dit noemen we vereenvoudigen. Wanneer we teller en noemer van een breuk enkel nog kunnen delen door 1, spreken we van een onvereenvoudigbare breuk.
Waarom breuken vereenvoudigen?
Je schrijft de breuk zo eenvoudig mogelijk op. Met eenvoudig wordt dan bedoeld: herkenbaar. Bij de breuk 124/248 kun je je niet veel voorstellen, maar als je ziet dat het hetzelfde is als ½ dan wordt het een stuk makkelijker. Je maakt dus van een moeilijk herkenbare breuk een makkelijkere door hem te vereenvoudigen.
Kan je vereenvoudigen?
Van iedere breuk bestaat een eenvoudigste vorm, waarin teller en noemer zo klein mogelijk zijn. Het “zo klein mogelijk maken” noemt men vereenvoudigen. Om een breuk te vereenvoudigen ga je op zoek naar de grootste gemeenschappelijk deler van de teller en de noemer.
Hoe bereken ik de vermenigvuldiging van 2 breuken?
Om breuken te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je de tellers (de bovenste cijfers/getallen) met elkaar en vermenigvuldig je de noemers (de onderste cijfers/getallen) met elkaar.
Hoe haal je de hele Uit de breuk?
Wanneer je een breuk vereenvoudigt, moet je zowel de teller als de noemer door hetzelfde getal delen. Bij bijvoorbeeld de breuk 335. Wanneer een getal als een breuk is geschreven en de teller groter is dan de noemer, kun je de helen ook buiten de breuk halen, zoals 174=414.
Hoe kan je wortels vereenvoudigen?
Onder het wortelteken een zo klein mogelijk getal. Door gebruik te maken van de regel √(a • b) = √a • √b kun je soms het getal onder het wortelteken verkleinen. Wiskundigen vinden 4√5 veel en veel mooier dan √80.
Hoe zet je breuken op dezelfde noemer?
Noemer x noemer . Vermenigvuldig de noemers van de breuken met elkaar. De gelijknamige breuken worden in dit geval “twaalfden”. 2a. Noemer x teller. 2b. Noemer x teller. Bereken de uitkomst van de som. Je hebt de breuken uit de voorbeeldsom nu gelijknamig gemaakt.
Wat is 75% in een Kommagetal?
Als je dat keer 100 doet, dan kom je uit op 0,75 x 100 = 75. hoort is dus 75%. Het kommagetal dat bij het percentage 37,5% hoort is dus 0,375.
Kan de teller groter zijn dan de noemer?
Helen uit een breuk halen: Is de teller groter dan de noemer? Dan zet je een heel getal voor de breuk.