Hoe moet je rekenen met breuken?
Hoe moet je rekenen met breuken?
Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.
Hoe haal je breuken van elkaar af?
De hoofdregel voor minsommen met gelijknamige breuken is simpel: als je gelijknamige breuken van elkaar gaat aftrekken, haal je altijd alleen de tellers van elkaar af. De tellers zijn dus eigenlijk de minsom. De noemers blijven gelijk. Daar hoef je dus niets mee te doen.
Hoe tel je een breuk op?
Wanneer er helen voor de breuk staan, breng deze binnen de breuk . Maak de breuken gelijknamig, oftewel zorg dat alle breuken dezelfde noemer hebben. Tel de tellers bij elkaar op of trek de tellers van elkaar af.
Wat is de helft van 15?
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Waarom moet ik breuken leren?
“Op de middelbare school werken leerlingen bij wiskunde A en B met formules, kennis van breuken is daarbij onmisbaar. En als je breuken vroeg aanleert, is dat goed voor de intuïtie. Dat maakt dingen makkelijker.” Heel veel kinderen hebben best wel veel moeite met breuken, merkt basisschoolleraar Kees Sreyee op.
Wat is de teller van 7 10?
De teller is het getal dat boven de deelstreep staat. De noemer geeft het aantal delen aan waarin de hele is verdeeld. De noemer is het getal onder de deelstreep.
Hoeveel is 2 3 deel?
Delen door 1/2 betekent vragen “Hoe vaak past 1/2 in je getal?”. Dat is 2x het getal. Met andere breuken werkt het net zo. Delen door 2/3 is hetzelfde als vermenigvuldigen met 3/2.
Hoeveel is 2 5 deel?
Heb je van de breuk een kommagetal gemaakt, dan kun je het vermenigvuldigen met 100; 0,4 x 100% = 40%. De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort. Bepaal de breuk.
Wat is de helft van 1 3?
1/3 : 2 is dus 1/6.
Hoe maak je een breuk gelijk?
Noemer x noemer. Vermenigvuldig de noemers van de breuken met elkaar. De gelijknamige breuken worden in dit geval “twaalfden”. 2a. Noemer x teller. 2b. Noemer x teller. Bereken de uitkomst van de som. Je hebt de breuken uit de voorbeeldsom nu gelijknamig gemaakt.