Hoe trek je ongelijke breuken van elkaar af?

Hoe trek je ongelijke breuken van elkaar af?

Noemer x noemer: 8 x 10 = 80. De breuken worden “tachtigsten”. Noemer x teller: 8 x 6 = 48. Noemer x teller: 10 x 7 = 70.

Hoe los je een breuk op?

Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.

Waar kom je breuken tegen?

Een breuk geeft aan hoeveelste deel iets van het geheel is. In het voorbeeld van de chocoladereep verdelen we de bovenstaande reep over acht personen. De chocoladereep bestaat uit 40 blokjes. Verdelen we deze 40 blokjes over 8 personen dan krijgt iedereen 40 : 8 = 5 blokjes.

Hoe bereken je breuken maal?

Teller x teller. Vermenigvuldig eerst de tellers van de breuk met elkaar. 9 x 8 = 72. Noemer x noemer. Vermenigvuldig daarna de noemers met elkaar. 10 x 9 = 90. Reken de som uit. De antwoorden van stap 1 en stap 2 vormen samen het antwoord op de som.

Hoe maak je een breuk kleiner?

Teller en noemer delen door hetzelfde getal Bij breuken vereenvoudigen worden de teller en noemer van de breuk door hetzelfde getal gedeeld. Hierdoor: Worden teller en noemer van de breuk kleiner (eenvoudiger). Blijft de waarde van de breuk hetzelfde (delen door hetzelfde getal).

Hoe deel je ongelijke breuken?

Zorg er eerst voor dat het hele getal in de breuk komt. Vervolgens kun je verder met de regel delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde. Haal de hele getallen uit de breuk. Controleer na afloop of je of je de breuk nog verder kunt vereenvoudigen.

Wat vinden kinderen lastig aan breuken?

Bijna alle kinderen lukt het om in groep 7 en 8 te redeneren met derden en vierden. Dat zijn namelijk breuken waar de kinderen een heel concrete voorstelling van hebben. Lastiger is het voor veel kinderen om te rekenen met bijvoorbeeld achtsten of negenden, omdat ze die breuken niet duidelijk voor zich zien.

Waar kom je breuken tegen in het dagelijks leven?

Bij het delen van hele getallen heb je breuken nodig. Zo kun je een kwart pizza bestellen of anderhalve liter water. Er zijn ook nog wortels.

Hoe werken breuken keer?

Om breuken te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je de tellers (de bovenste cijfers/getallen) met elkaar en vermenigvuldig je de noemers (de onderste cijfers/getallen) met elkaar.

Welke breuk is het kleinst?

Maar het belangrijkste om te weten is dat als de noemer groter is, je de hele in meer stukjes verdeeld dus elk stukje is dan kleiner. Als je de noemer groter maakt wordt de breuk kleiner. Als je de teller groter maakt dan is de breuk ook groter. Als je de teller groter maakt dan is de breuk ook groter.