Is het Houd moed of houdt moed?
Is het Houd moed of houdt moed?
In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Is het houdt of houd?
U is als onderwerp gaan fungeren en dat leidde tot stam + t. Ook in ‘Houdt u toch uw hoofd erbij! ‘ is daarom stam + t juist: houdt. Je kunt het verschil tussen houd en houdt weliswaar niet horen, maar een werkwoord als houden wordt hetzelfde behandeld als een werkwoord als gaan.
Wat houd dat in of wat houdt dat in?
houdt is de persoonsvorm, de vorm van het werkwoord die samenhangt met het onderwerp. omdat wat het onderwerp is, komt er een t achter de stam houd.
Is het Hou je goed of houd je goed?
Een klein onderzoekje op internet brengt de goede oplossing: het mag allebei. Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed.
Hoe schrijf je houd moed?
De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t. Soms twijfel je misschien of er sprake is van de gebiedende wijs. Dan kun je het werkwoord vervangen door een vorm van lopen.
Is het houd ons of houdt ons?
Na het persoonlijk voornaamwoord je/jij (tweede persoon) komt er een t achter de stam houd: Jij houdt toch niet van voetbal? Je houdt het schilderij verkeerd om. Je houdt geen rekening met anderen.
Is het Hou afstand of houd afstand?
Houdt, met een t aan het eind, is niet correct als gebiedende wijs (ook niet als meer dan één persoon wordt aangesproken). We zeggen bijvoorbeeld ook ‘Neem een winkelwagentje’ en niet ‘Neemt een winkelwagentje.
Is het houdt vol of houd vol?
Maar houdt vol is fout. Dat moet zijn houd vol of hou vol. Waarom? Omdat een imperatief tweede persoon enkelvoud is (volg deze link voor uitleg), en omdat jij ontbreekt achter de persoonsvorm.
Is het Houd er rekening mee of houdt er rekening mee?
‘Houd rekening met een wachttijd’ is juist. Houd is hier een gebiedende wijs en die is gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord. Er komt dus geen t achter.
Wat mij tegenhoudt of tegenhoudt?
In de eerste zin vraagt iemand mij wat mij tegenhoudt om iets te doen. Misschien wordt het nog duidelijker als je je vervangt door jou: wat houdt jou tegen. Het onderwerp in de eerste zin is dan ook wat en niet je. In de tweede zin gaat het om de vraag wat ik tegenhoud.