Is het meetten of maten?

Is het meetten of maten?

Antwoord. Standaardtaal is mat. Meette wordt soms wel gebruikt, maar het is geen standaardtaal.

Hoe schrijf je meeten?

Het kan allebei, maar we raden aan om mat te gebruiken. Uitleg: Meten is een sterk werkwoord, dat wil zeggen dat er in de verleden tijd en/of bij het voltooid deelwoord een klinker verandert. In dit geval in de verleden tijd: ik meet – ik mat – ik heb gemeten.

Wat is ongeveer 10 cm?

Laat dit allemaal tenslotte ook zien op een meetlint of rolmaat: 10 kleine streepjes (mm) in een cm, 10 cm in een dm, dus 10×10 mm in een dm. Maar ook andersom: in een meter zitten 10 decimeters, in een decimeter 10 cm en 100 mm.

Wat betekent Ik bel je zo?

De woorden zijn samengesmolten tot één woord met de betekenis ‘over een korte tijd, dadelijk’. Zo meteen / zometeen kan ook uitdrukken dat iets mogelijk zal gebeuren. Een paar voorbeelden: Ik bel je zometeen terug.

Hoeveel cm is schaal 1 op 18?

Deze schaal geeft aan hoe groot het model is ten opzichte van het origineel. Staat er bijvoorbeeld 1:18 bij vermeld, dan is iedere 18 cm van het origineel 1 cm in miniatuur.

Hoeveel cm is schaal 1 op 24?

Schaal 1:24 – Een schaal die is gebouwd en verzameld door zowel kinderen als volwassenen. Voorheen een zeer populaire schaal voor grotere modellen. Ze zijn ongeveer 7 inches (17,78 cm) lang. Schaal 1:32 – Vroeger bekend als de standaardmaat en ooit zo gewoon voor speelgoedtreinen, auto’s en soldaten.

Waarom gebakken en niet Gebakt?

Hoe komt dat? De lezer doelt op werkwoorden als bakken – bakte (biek) – gebakken, braden – braadde (bried) – gebraden, lachen – lachte (loech) – gelachen. Tussen haakjes staan afgeschafte sterke vormen van de verleden tijd. De deelwoorden zijn niet gebakt enz.

Wat is de verleden tijd van eten?

werkwoord dat bij de vervoeging in de verleden tijd en/of de vorming van het voltooid deelwoord een klinkerwisseling* (soms ook medeklinkerwisseling) vertoont. Voorbeeld: eten – at – gegeten; kopen – kocht – gekocht.

Hoe vind je de VD in een zin?

Het voltooid deelwoord staat meestal achter in de zin en begint meestal met -ge. ook moet er een hulpwerkwoord in de zin staan bijvoorbeeld heb. zodat je bijvoorbeeld kan zeggen ik HEB het boek GELEZEN. dan is heb het hulpwerkwoorden en gelezen het voltooid deelwoord.

Hoe kan je een infinitief vinden?

‘Te + infinitief’ en ‘aan het + infinitief’ Als voor een werkwoord het woord ’te’ of de woordgroep ‘aan het’ staat, weet je dat het werkwoord een infinitief is.