Wat is een enkelvoud en meervoud?
Wat is een enkelvoud en meervoud?
Je schrijft een woord in het meervoud als je het over twee of meer personen of zaken hebt. Bij één persoon of zaak, staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.
Hoeveel enkelvoud of meervoud?
Na een bepaald hoofdtelwoord (behalve beide), na hoeveel, zoveel en een paar staan zelfstandige naamwoorden die een hoeveelheid aanduiden (bijvoorbeeld een maat, inhoud, gewicht, munt) en de woorden maal en keer gewoonlijk in het enkelvoud: vijfhonderd meter, drie hectare, hoeveel liter, zoveel kilogram, een paar ton, …
Is het vee enkelvoud of meervoud?
Omdat vee alleen in het enkelvoud kan voorkomen, terwijl het wél naar meer dieren verwijst, klinkt ‘Twintig stuks vee kwam om’ niet zo gek. Een zin als ‘Al het vee kwam om’ is bovendien wél juist.
Wat is een enkelvoud voorbeeld?
Voorbeelden: `De eerste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘zijn’ is ‘ik ben’. `, `Het enkelvoud van ‘kinderen’ is ‘kind’.
Is enkele enkelvoud of meervoud?
Enkele zijn al dood. Wanneer enige en enkele naar personen verwijzen, krijgen ze in het meervoud alleen een -n als ze zelfstandig gebruikt worden. Bijvoorbeeld: (5) In een oligarchie hebben slechts enkelen het voor het zeggen.
Is het 1 stuks of 1 stuk?
Het zelfstandig naamwoord stuk betekent onder andere ‘exemplaar, eenheid’. In deze betekenis is het meervoud stuks.
Is een paard een vee?
De belangrijkste diersoorten die tot vee gerekend worden zijn rund (zie ook rundveerassen), varken, schaap (zie ook schapenrassen) en geit. Daarnaast zijn er verschillende soorten pluimvee zoals kip, kalkoen, parelhoen, gans en eend. Soms rekent men de ezel tot vee, en ook wel het paard en verschillende pelsdieren.
Is de jeugd enkelvoud of meervoud?
Verzamelnamen, zoals “de groep”, “het team” en “de jeugd”, duiden een groep personen of dingen aan. Deze termen staan in het enkelvoud en krijgen dus een enkelvoudige persoonsvorm.
Wat is een enkelvoud?
en·kel·voud (het; o; meervoud: enkelvouden) 1(taalkunde) vorm die uitdrukt dat er sprake is van één persoon, ding enz.
Zal of zullen een aantal?
Als een aantal gevolgd wordt door een van-bepaling met een meervoudig zelfstandig naamwoord, kan het ook vaak met zowel een enkelvoudige als een meervoudige persoonsvorm gecombineerd worden. (6a) Een aantal van onze kantoren zal worden gesloten. (6b) Een aantal van onze kantoren zullen worden gesloten.